Detva
Vijftigste festival Detva
'Where do you come from?' Ik liep van de eindhalte van de bus met de stroom mee naar het festivalterrein in Detva. Het was 1982 en de student die naast mij liep had aan mijn rugzak met inwendig frame gezien dat ik uit het Westen kwam. Hij heette Miro en studeerde medicijnen in Bratislava. Samen met zo'n 20 studiegenoten en vrienden was hij naar Detva gekomen voor het folklorefestival 'Pod Poľanou' ('Aan de voet van de berg Poľana'). Tijdens het gehele weekend was Miro degene die mij wegwijs maakte. Ik kon wel samen met de rest van de groep slapen in het huis van de grootouders van zijn vrienden Vlado en Ivan in Detva. Er was nog wel een plaats op de vloer waar ik mijn slaapzak kon neerleggen. Opa kon erg levendig vertellen over zijn belevenissen tijdens de Eerste Wereldoorlog aan het Italiaanse front. De meisjes uit de groep maakten ondertussen samen met oma bryndzové halušky en de jongens hadden een flinke voorraad sterke drank meegenomen.
Er werd trouwens ook op het festivalterrein flink ingenomen. Veel mannen hadden moeite om op de been te blijven en 's avonds laat gingen enkelen tot bloedens toe met elkaar op de vuist. Miro legde me uit dat dat bij het plaatselijke temperament hoorde. Mensen uit Detva zijn trots en laten zich niet beledigen. En onder invloed van alcohol kan een opmerking al gauw als belediging worden opgevat. Ik had wel wat moeite met deze sfeer, maar gelukkig waren er ook nog de voorstellingen in het amfitheater. Ik vond ze fantastisch. Mooie muziek, prachtige dansen en interessante kostuums.
Om met dat laatste te beginnen: de kostuums zijn rijk versierd met borduurwerk. Het meest opvallend zijn de kostuums van de mannen: zij dragen een hemd met wijde mouwen dat de buik bloot laat; een navelhemd zou je kunnen zeggen. Verder een wijde witte broek tot over de knie, leren soepele schoenen of laarzen, een brede leren riem en een roodleren vest. Op het hoofd dragen ze een plat hoedje, dat op het voorhoofd, half over de ogen, wordt gedragen.
De dansmuziek wordt gespeeld door strijkers (violen, altviool, bas), soms aangevuld door een cimbaal. De eerste violist put zich uit in snelle versieringen om de melodie heen. Andere instrumenten, die niet in een ensemble worden bespeeld, zijn de trekharmonika, de doedelzak, de píšťalka (een fluit met zes gaten) en de fujara. Dit laatste instrument is typisch voor deze regio. Het is een soort bovenmaatse blokfluit (ongeveer 1 meter 70 lang) met drie gaten. Door op verschillende sterkten over te blazen krijg je toch een behoorlijk scala aan tonen. En het belangrijkste instrument in de Slowaakse volksmuziek, niet alleen van de streek rondom Detva, is de stem. Het bespelen van de píšťalka of de fujara wordt afgewisseld met zang, maar ook bij de ensembles wordt meestal gezongen.
Een bijzondere combinatie van zang, muzikale begeleiding en dans zijn de rozkazovačky (letterlijk: bestellingen). Iemand gaat bij de muziek staan en zet een lied in. De band volgt onmiddellijk en begeleidt de zanger. Deze wisselt het zingen af met geïmproviseerde solodans. Totdat een volgende persoon vindt dat het genoeg is en op zijn beurt een nieuw lied aanheft, waarbij de band naadloos volgt. Enzovoort. De houding en de gebaren bij zo'n overgang zijn typische uitingen van macho-gedrag. De mannen dansen sierlijk en stoer tegelijk. Hun bewegingen beperken zich niet tot alleen de benen, zoals bij veel volksdansen uit andere streken, maar ook het bovenlichaam doet mee, evenals de armen. Deze beschrijving schiet natuurlijk schromelijk tekort, maar gelukkig kun je tegenwoordig op internet de muziek en dansen horen en zien (onderaan dit stukje staan enkele adressen).
Er komen ieder jaar tienduizenden naar het festival, jong en oud. Behalve voor de dronkenlappen, die op het gras hun roes uitslapen, is het niet gemakkelijk om een slaapplaats te vinden. Veel Slowaken logeren bij familie of vrienden in Detva of naaste omgeving. Hotelaccomodatie is beperkt en al gauw gereserveerd voor staf en officiële gasten van het festival. In de jaren tachtig werden door velen tentjes opgezet vlak naast het festivalterrein, maar daar ontbraken sanitaire voorzieningen. Later is dat dan ook door de autoriteiten verboden. Andere hotels en campings zijn er pas op enkele tientallen kilometers afstand. Iets dichterbij is een pension dat ik kan aanbevelen (even wat reclame): in het dorpje Lieskovec bevindt zich het pension Kamzík van onze Silvia Reinderink. Bewoners van Detva zijn erg gastvrij en als ik in het verleden een willekeurig iemand op straat vroeg of hij een slaapplaats voor me wist, dan was het meestal snel geregeld.
Als je het festivalterrein van de zuidkant nadert, moet je je eerst een weg banen door een soort kermis en markt met snuisterijen en textiel. Vervolgens komt een erg leuk veldje met kraampjes met kunstnijverheid-artikelen. Daar is ook een klein podiumpje waarop zo nu en dan iets te doen is: dansinstructie bijvoorbeeld. Aan de oostkant van het terrein heb je de parkeerplaats en de kraampjes met eten en drinken en lange tafels met banken waar je de consumpties kunt nuttigen. Zo nu en dan beginnen daar mensen met een instrument spontaan te spelen en te zingen, waar anderen zich dan bij aansluiten. Die sfeer vind ik vaak nog leuker dan het officiële programma in het amfitheater. Ook in Detva zelf is van alles te doen: tentoonstellingen, een speciale kerkdienst, een workshop 'fujara leren spelen', enzovoort.
Na die eerste keer in 1982 ben ik er nog 13 keer geweest. Dronkenschap is sterk verminderd en na de tweede keer heb ik ook geen vechtpartijen meer gezien. Nog steeds kom ik Miro en andere bekenden tegen. Dit jaar wordt de vijftigste verjaardag van het festival. Van 10 tot en met 12 juli is het weer drie dagen feest; het moet wel raar lopen wil ik er niet bij zijn.
Enkele YouTube video's:
https://www.youtube.com/watch?v=Or70OFUCE-I (rozkazovačky in het amfitheater)
https://www.youtube.com/watch?v=O18IzWC5_7U (rozkazovačky op het kleine podiumpje)
https://www.youtube.com/watch?v=fILcRzg-HeY (spontane muziek en dans bij de kraampjes)
Door Sytse Knypstra
april 2015